India: love at first sight?
Op reis gaan zonder plan geeft je de vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Je kunt blijven hangen in plaatsen waar je het naar je zin hebt en snel vertrekken uit plaatsen waar je je ongelukkig voelt. Er zijn echter helaas wel wat randvoorwaarden. Een van deze randvoorwaarden is het recht om een land te betreden en er voor bepaalde tijd te blijven. In sommige landen is het mogelijk om bij aankomst een ‘visa on arrival' te kopen. Deze moeten in Azië meestal in Dollars betaald worden en zijn niet altijd even goedkoop, maar handig is het wel. Voor landen die deze mogelijkheid niet hebben moet je een visum aanvragen bij een van hun ambassades in het buitenland. Als reiziger zonder plan ben je overgeleverd aan de procedures en wachttijden van deze ambassades, die per land kunnen verschillen.
Eenmaal terug in Kathmandu moesten we als reizigers zonder plan even nadenken wat onze volgende bestemming zou worden. We voelden allebei een soort magische aantrekkingskracht uit het zuiden komen en waren het er al snel over eens dat het India moest worden. Misschien omdat we er beiden nog niet geweest zijn. Iedereen die er wel geweest is heeft er een uitgesproken mening over. India is volgens de meeste mensen een typisch geval van ‘you love it or you hate it'. Tijd om het eens met eigen ogen te gaan bekijken.
De belangrijkste randvoorwaarde voor een trip naar India is een visum. Gelukkig is er een Indiase ambassade in Kathmandu op loopafstand van ons guesthouse. We zijn niet zo naïef om gewoon tijdens de openingstijden langs te gaan en lezen op het internet een uitgebreide beschrijving van een backpacker die onlangs de gehele procedure heeft beschreven. En dus staan we de volgende morgen om 7.00 uur op de stoep bij de ambassade en sluiten netjes aan in de rij.
Als om 8.30 uur het hek open gaat is de rij minstens 5 keer zo lang geworden. We krijgen een nummertje van de beveiliger. Zoals we al gelezen hebben in het verslag op internet stopt de beveiliger constant nummertjes in zijn broekzak om deze later voor behoorlijk wat roepies te verkopen. Dave en ik komen uiteraard achter elkaar binnen, maar er zitten 4 nummertjes tussen. Geen slechte dag dus qua bijverdiensten voor de beste man. We vullen netjes het telexformulier in. Hoofdletters en een zwarte pen zijn vereisten, anders kun je zodra je aan de beurt bent gewoon weer achteraan aansluiten. Vanaf 9.30 uur gaat er een balie open en worden er nummertjes omgeroepen. Het duurt behoorlijk lang voordat we aan de beurt zijn en we zien allerlei mensen die zeker niet voor ons in de rij stonden. Ik overhandig mijn telexformulier met mijn allervriendelijkste glimlach aan de onsympathiek kijkende man achter de balie. Zonder me aan te kijken geeft hij me een betalingsformulier, een aanvraagformulier voor het visum en de mededeling dat ik maandag (over 6 dagen) terug moet komen. Ik vul het betalingsformulier in (een bijdrage voor het ‘verwerken' van het telexformulier) en ga naar de volgende balie waar een nog onsympathieker kijkende man zit die met zijn telefoon aan het spelen is. Dat er circa 80 mensen te wachten zitten in de wachtruimte interesseert hem niks. Na een paar minuten tilt hij zijn hoofd op en zonder mij aan te kijken zegt hij dat hij geen wisselgeld heeft. Onzin natuurlijk, maar goed. Gelukkig heeft Dave nog wat wisselgeld en kan ik hem even later gepast betalen. Op mijn allervriendelijkste 'thank you very much and see you next week' wordt wederom gereageerd alsof ik onzichtbaar ben. Als we het goed begrepen hebben gaan ze de telexformulieren naar onze thuislanden faxen en moeten deze vervolgens toestemming geven voor ons visum.
We vermaken ons in de tussentijd prima in Kathmandu. We slapen uit, lezen, kijken films, kopen een Lonely Planet van India (verjaardagscadeautje van de meiden: bedankt!) en we eten. We gaan op een culinaire zoektocht en vinden talloze kleine, goedkope maar goede restaurantjes. We bestellen iedere dag minimaal één gerecht waarvan we niet weten wat het is en hebben na een week een behoorlijk lijstje met nieuwe favoriete gerechten. We eten 's middags meestal ook warm, maar soms halen we bij de bakker een stokbrood en bij een klein winkeltje wat kaas en eten we op het dakterras van Yellow House. We zitten soms zo vol dat we echt even op bed moeten gaan liggen, maar we hebben toch alle tijd...heerlijk! Uiteraard hangen we ook nog af en toe de toerist uit en gaan we o.a. naar de Swayambhunath stupa, ook wel de Monkey Temple genoemd. De steile trappen richting de tempel zijn het terrein van tientallen brutale apen die door de bewoners als heilig worden beschouwd.
Na 6 dagen is het tijd om terug te gaan naar de ambassade. We hebben inmiddels (na eerst alle routes over land uitgeplozen te hebben) voor morgenochtend een vliegticket van Kathmandu naar Delhi geboekt en hopen dus maar dat ons visum in orde is. We gaan weer geduldig in de rij staan en wachten tot het hek open gaat, de balie open gaat en onze nummers worden omgeroepen. Het is aanzienlijk drukker dan vorige keer en de bewaker doet weer goede zaken. Als ik een paar uur later aan de beurt ben en mijn netjes ingevulde visumformulier met pasfoto en paspoort aan de medewerker geef zegt hij zonder op te kijken: 'The Hague didn't reply'. 'Shit dat heb ik weer', denk ik, maar ik zeg vriendelijk: 'and what happens now?'. 'We can send them a reminder and you can come back in 2 days or we can give you a 3 month visa today.' Ik opteer uiteraard voor de laatste optie (een visum van 6 maanden is standaard, maar 3 maanden lijkt me meer dan genoeg) en verwonder me over het feit dat ze dus geen toestemming nodig hebben voor dit visum van 3 maanden. Ik lever mijn paspoort in, vul het betalingsformulier in en betaal dezelfde gezellige man als vorige week met gepast geld en krijg de mededeling dat ik om 17.00 uur terug moet komen. Dus staan we om 17.00 uur weer op de stoep samen met de talloze andere toeristen en een uur later staan we weer buiten met onze visa's, joepie! In Engeland hebben ze niet zitten slapen en Dave heeft wel gewoon een visum voor 6 maanden gekregen.
We eten nog één keer in ons lievelingsrestaurantje en luisteren voor de laatste keer naar de verkopers in Thamel. Tiger balm? Trekking? Rafting? Hashies? Bus tickets? Mountain flight? Misschien gaan we ze nog wel missen. Alhoewel, als we de informatie over India mogen geloven worden we daar geen minuut met rust gelaten. De Lonely Planet barst ook van de waarschuwingen over oplichters en zakkenrollers. Meer dan voorzichtig zijn en logisch nadenken kunnen we niet doen, dus we maken ons er niet zo druk om. Wat we lezen over Delhi is ook niet al te positief. We besluiten om er maar 2 nachtjes te blijven en boeken alvast treinkaartjes naar Jaisalmer in Radjasthan.
De ochtend van vertrek is aangebroken. We pakken onze tassen in en na een week lang 'no thank you' kunnen we eindelijk bij het verlaten van het guesthouse een van de taxichauffeurs verblijden met een 'yes' op zijn vraag 'taxi Sir?'. Alles duurt eindeloos op het vliegveld van Kathmandu en dat komt voornamelijk omdat alles handmatig gebeurt. We worden in totaal 5 keer gefouilleerd, waarvan 2 keer door medewerkers van de vliegmaatschappij. Zij vertrouwen duidelijk niet op het personeel van de luchthaven en de douane. De regel wat betreft het meenemen van water of andere vloeistoffen in het vliegtuig is hier overigens nog niet doorgedrongen en we mogen onze fles water gewoon bij ons houden.
Tijdens de landing kijken we uit het raampje en heel even denken we dat het enorm mistig is in Delhi. Al snel realiseren we ons dat het natuurlijk smog is. Als we even later een stempel in ons paspoort hebben en onze tassen van de band hebben gehaald lopen we de smog in en ruiken we het ook duidelijk. Het is een soort deken die over je heen valt en waaraan niet te ontsnappen valt. We nemen een taxi naar Paharganj, een wijk vlakbij het treinstation van New Delhi waar de meeste budgethotels zich bevinden. We vinden al snel een redelijke kamer die voor de komende 2 nachten zal volstaan. We gaan op zoek naar een ATM en lopen wat rond in de wijk.
Het is druk, luidruchtig en vies maar ook indrukwekkend. Kinderen, auto's, koeien, toeristen, tuktuk's, scooters, etensgeuren: alles komt op je af. We hebben honger en bestellen een masala dosa (hartige pannenkoek met aardappelvulling) in een eetgelegenheid langs de weg waar we een aantal andere toeristen zien zitten. Ze lijken het nergens erg serieus te nemen met de hygiëne, dus we doen een klein schietgebedje dat we er niet ziek van worden. We genieten ook nog van een paar ‘Indian sweets'. Deze zoetigheden worden gemaakt van melk, suiker en gecondenseerde melk en daarnaast ingrediënten zoals noten, fruit en cacao, afhankelijk van welk soort snoep (of mithai zoals ze het niet noemen) ze maken. Ik heb in Engeland al kennis gemaakt met Indian sweets en kan alleen maar zeggen: jammie!
De volgende morgen kopen we na het ontbijt een Indiase simkaart. In Nepal moest ik hiervoor 2 pasfoto's en vingerafdrukken afgeven en de naam van mijn man, vader en opa noteren, maar hier hoef ik alleen een simpel formuliertje in te vullen. We gaan te voet op weg naar Jama Masjid, de grootste in heel India. Er kunnen meer dan 25.000 mensen in. De Indiërs vinden het maar vreemd dat we lopen en proberen ons uiteraard constant over te halen een riksja te nemen, maar op deze manier kunnen we ons beter oriënteren en zien we veel meer. We komen langs een basisschool waar alle kinderen in riksja's worden gezet om naar huis te worden gebracht. Een schoolbus is hier in het centrum natuurlijk veel te onhandig.
Na een bezoek aan de moskee gaan we op weg naar het Rode Fort, een ommuurd paleis dat in de 17e eeuw gebouwd werd door de Mogolse keizer Shah Jahan. We nemen de tijd, slenteren van gebouw naar gebouw en maken veel foto's. De smog maakt alles alleen erg wazig.
We worden onderweg een aantal keer vriendelijk gevraagd om met mensen of hele families op de foto te gaan. Het zijn denk ik voornamelijk mensen die in eigen land op vakantie zijn. Na weer een behoorlijk eind lopen komen we bij de herdenkingsplaats van Mahatma Gandhi. We bewonderen het sprekende standbeeld dat buiten staat en gaan vervolgens naar binnen om hier in een uitgestippelde route zijn levensverhaal te volgen/lezen. Na een uur staan we verdwaasd weer buiten, ik wist wel vaag wat Gandhi had betekend voor India, maar wat heeft deze man een bijzonder leven geleid.
Op een bankje bekijken we de route naar Connaught Place, waar we willen gaan eten. We lopen door behoorlijke slechte wijken en het is niet altijd even aangenaam om te zien. We praten tijdens het lopen over de enorme verschillen tussen thuis en hier, zoals we wel vaker doen. We vinden uiteindelijk het restaurant dat door Lonely Planet werd aanbevolen, een soort keten van vegetarische restaurants door heel India. We herkennen weinig op de menukaart en laten ons adviseren door het personeel. We eten onder andere medhu vadai (een soort hartige donut met een kokosnoot dipsaus), rava kichadi (aardappelpuree met erwten en noten), idly sambar (rijstcake in curry) en rava kesari (rode zoetigheid met rozijnen en kardemon). Moe, maar voldaan gaan we op weg naar ons hotel. We lopen langs de luxe winkels in Connaught Place, maar hebben geen puf meer om ergens binnen te kijken. We hebben morgen een lange treinreis voor de boeg, dus duiken meteen ons bed in.
's Nachts hoor ik Dave wel een paar keer uit bed gaan, maar ik heb 's ochtends pas in de gaten dat er iets mis is. Diarree....shit! Hij ziet bleek en voelt zich ellendig. Was het het eten van gisteravond? Eén van de flessen water die we hebben gekocht op straat? Of toch de Indian sweets? We hebben allebei hetzelfde gegeten, dus ik ga snel wat flessen water en rollen wc papier halen voor het geval ik ook ziek word. Als ik terug kom is Dave één hoopje ellende. Ik zal niet in details treden, maar dat hij voedselvergiftiging heeft is overduidelijk. Op geen enkele manier kunnen wij vandaag met een trein mee, dus ik annuleer de treinkaartjes die we online hebben geboekt. Ik probeer wat te lezen en zo goed mogelijk voor Dave te zorgen, maar ik voel zelf ook al wat pijn in mijn buik en een paar uur later lig er net zo beroerd bij als Dave. We kunnen niets anders doen dan van het bed naar het toilet strompelen en weer terug en hopen dat het snel overgaat. We zijn bang, ook door het vele overgeven, om snel uit te drogen en dwingen onszelf om te blijven drinken. De nacht lijkt eindeloos te duren en ik kan al helemaal niet tegen alle herrie die van de straat komt. Het raam dicht doen is echter ook geen optie, want twee zieke mensen in een muffe kamer zonder frisse (nou ja frisse...) lucht is ook geen goed idee. De volgende dag zijn we nog net zo ziek. We weten dat één van ons vandaag naar buiten moet om o.a. water te halen, maar daar willen we nog even niet aan denken. Pas 's middags heb ik voldoende moed verzameld om te gaan. Ik ben er op dit moment iets beter aan toe dan Dave en in een flitsbezoek aan de straat haal ik water, ORS, oordopjes, bananen en kaakjes en laat ik de hoteleigenaar weten dat we langer blijven. Ik kom zwetend terug en heb een paar uur nodig om bij te komen, maar we zijn voorlopig voorzien van spullen. Twee dagen later zijn we nog steeds verschrikkelijk ziek en als ik sterk begin te twijfelen of dit echt wel vanzelf over gaat krabbelen we eindelijk een beetje op. We eten onze eerste kaakjes en bananen en beginnen trek te krijgen in dingen die we hier uiteraard niet kunnen krijgen. We willen zo snel mogelijk uit deze muffe kamer en ellendige stad, maar moeten dan wel fit genoeg zijn om te reizen. De wil om te vertrekken is echter zo sterk dat we het er maar op wagen en voor de volgende ochtend (we zijn inmiddels al 6 nachten in Delhi) treinkaartjes boeken naar Pushkar. Oorspronkelijk wilden we in één keer doorreizen naar Jaisalmer, maar dat is nu voor ons te ver. We proppen onze spullen ongeordend in de tassen en zetten ze alvast klaar.
We slapen onrustig en als de wekker gaat om 5.00 uur staat één van mijn bergschoenen en één van mijn slippers tussen ons in op het bed. Geen idee wat ik in mijn slaap gedaan heb, maar vreemd is het wel. We doen onze rugzakken om (wat ben ik op dit moment blij dat we lichtgewicht reizen...) en lopen de paar honderd meter naar het treinstation. We houden elkaar zwijgend in de gaten om te kijken of de ander niet door zijn benen zakt. We moeten even zoeken naar het juiste perron, maar hebben het al snel gevonden en de trein komt net aanrijden.
We zoeken de juiste wagon, ik presteer het nog om een foto te maken en ploffen dan neer op onze stoelen. Ik heb er inmiddels wel vertrouwen in dat het goed gaat komen. Gewoon de komende 7 uur blijven zitten en dan zijn we in Ajmer, vanwaar we nog een half uurtje met de bus moeten naar Pushkar. De 7 uur worden er helaas 8 en de bus doet er 1,5 uur over van Ajmer naar Pushkar omdat er een andere bus kapot is gegaan in een scherpe bocht en we er niet door kunnen, maar aan het einde van de middag komen we dan eindelijk in Pushkar aan. Op goed geluk gaan we naar ‘Inn Seventh Heaven', topfavoriet van Lonely Planet. We hebben geluk, want er is nog één kamer vrij. Hij is maar voor 2 nachtjes beschikbaar en het is een duurdere kamer dan we normaal zouden nemen, maar op dit moment kan dat ons helemaal niets schelen. Het is hier zo schoon, fris en relaxed. We nemen een goddelijk warme douche, genieten van een enorm glas verse ananassap en soep met een sandwich en vallen daarna in een hele diepe slaap.
Liefde op het eerste gezicht? Nee. Maar wat niet is kan zeker nog komen.
Reacties
Reacties
Wat weer een verhaal en gelukkig de voedselvergifting te boven gekomen..Hopenlijk verder geen last meer.
Veel liefs xxxx
Ik hoop voor jullie dat dit de enige keer blijft. In ieder geval blij dat jullie daar weg zijn en de juiste beslissingen hebben genomen. Goed aansterken en succes verder.Ik denk trouwens dat die lisfde nog wel komt.xxx
Ik ben heeeel blij dat jullie je weer beter voelen!! We duimen hier mee dat het goed blijft gaan. Blijf genieten en foto's maken!
Oja, heeft iemand al verteld dat het in Nederland ontzettend koud en grijs is? :-) Enjoy lieverds!
Kus, Eef
Zooooo blij, dat jullie weer opknappen! Die naam Seventh Heaven is goed gekozen denk ik!
Hier knappen misschien meer mensen op!!
Sterkte met de busreis, die jullie nu gaan maken!
Kusssss
Ohhhhhhh, Roos, wat een ellende......
Hoop dat jullie nu imuum zijn voor alle vieze beesten, en dat het liefde op het tweede gezicht wordt;) x
Jemig, op die 6 dagen Delhi ben ik zeker niet jaloers....gauw vergeten en lekker genieten van wat komen gaat!
XXXX
Hallo Roos,
Wat leuk om jullie reisverhaal te lezen! Mooi te lezen hoe jullie omgaan met de grillen van zo een bijzonder land! Geniet ervan! Gr. Bob
Hallo Roos en Dave,
Wat een verhaal. Delhi gauw achter je laten, en vergeten !!! Ben benieuwd naar jullie volgende verslag.
Groetjes en veel plezier Cora
Globetrotters! Again an amazing story.
Nou, dat is een verhaal. Wat hebben jullie je verschrikkelijk ellendig en ziek gevoeld. Maar nu gaat het de goede kant op. Geniet ervan en ik kijk weer uit naar jullie volgende verhaal!
@opa en oma: zijn weer helemaal fit en doen wat voorzichtiger met waar we eten!
@papa: ik denk het ook wel…
@Eva: gaan we zeker doen!
@mama: die naam was zeker goed gekozen en de busreis viel alles mee!
@Veroni: dankjewel! En leuk dat je ons weer volgt!
@Rianne: dankjewel, gaan we doen! Groetjes aan Paul en de jongens. Ligt er alweer sneeuw bij jullie?
@Bob: bedankt voor je reactie, wat leuk dat je meeleest!
@Cora: dankjewel! Wat leuk dat je ons volgt en bedankt voor je reacties. Hoe is het bij de club? Groetjes aan alle collega’s van S&T!
@Bernard: Thanks :-)
@Chajah: leuk! Volgende verhaal volgt snel!
De Gandhi memorial moet echt indrukwekkend zijn. Jaloers dat je dat hebt kunnen zien. Dat moet 1 en al inspiratie zijn. Op het latere deel van je verhaal ben ik niet jaloers. Knap rot om met zijn 2en daar zo te liggen.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}