roosendave.reismee.nl

Zwoegen in de Nepalese bergen

Jiri - Khasrubas
We staan voor trekkersbegrippen laat op (8.00 uur) en bestellen een pannenkoek met honing. We beginnen vol goede moed aan onze eerste dag. Na 20 minuten vraag ik me al af waar we in hemelsnaam aan begonnen zijn. Het is zwaar, heel zwaar. Ik heb moeite om omhoog te lopen op de steile stukken en het voelt alsof mijn rugzak is gevuld met stenen. Dave gaat een stuk sneller vooruit en heeft nog praatjes ook. Ik zet zwijgzaam de ene voet voor de andere en pers er alleen 'namaste' uit als we een sherpa of andere local tegenkomen. Na een uur of 2 lopen is Dave eraan gewend dat ik niet terug praat en loopt hij soms een stukje vooruit om altijd binnen het zicht op me te wachten. Na 3,5 uur afzien komen we over een stalen hangbrug aan in Shivalaya. Er komt meteen een vrouwtje op ons af die zegt dat we mee moeten komen naar een kantoortje om een permit te kopen voor een of ander Conservation Area. Daar hebben we echter niks over gelezen en daar hebben ze ook bij het halen van onze TIMS (staat voor ‘Trekkers Information Management System' en is een bewijs dat je bij je moet dragen tijdens de trekking) in Kathmandu niets over gezegd. Het enige permit waarvan we weten dat we het nodig hebben is voor Sagarmatha National Park, maar deze hoeven we later pas aan te schaffen. We zijn niet van plan om zomaar 4.000 roepies (€ 40,-) te betalen, want daar kunnen we hier 4 dagen van rondkomen. Na een discussie over waar het permit nu precies voor is blijkt dat we slechts een paar honderd meter door het desbetreffende Conservation Area lopen en ze laat ons gaan zonder te betalen. We twijfelden erover om de nacht in Shivalaya door te brengen, maar daar hebben we nu ineens geen zin meer in. We drinken een colaatje bij een lief vrouwtje die mutsen breit en verkoopt en we zetten de pas erin de berg op. In de kopieën van de reisgids hebben we gelezen dat er bovenop de berg in Khasrubas een lodge is, dus daar gaan we voor. Het is inmiddels echter bloedheet en we moeten steil omhoog. Je moet je voorstellen dat je een steile trap oploopt en er dan nog een stuk of 100 trappen aan vastgeplakt zijn. We komen halverwege een stel tegen die ons tegemoet komen en ik vraag verwonderd of ze helemaal vanuit Everest komen. Het meisje zucht en vertelt dat ze op weg waren naar Deurali, maar vreesden dat ze het niet gingen halen voor het donker en omgekeerd zijn om de nacht in Shivalaya door te brengen. Als wij vertellen dat we van plan zijn om in Khasrubas te slapen besluiten ze met ons mee te lopen. De volgende 2 uren zijn slopend: zo heet en zo steil. Mijn rugzak lijkt met de minuut zwaarder te worden en als ik het op een gegeven moment echt niet meer zie zitten neemt Dave een poosje mijn rugzak over, waardoor hij nu de backpack op zijn rug en de dagrugzak op zijn buik heeft. Eindelijk zien we de lodge waar we naar op zoek waren en ploffen buiten neer op een bankje. De vrouw ziet het echter helemaal niet zitten om gasten te hebben en wijst naar het volgende huis hoger op de berg. Pffff, er zit niets anders op dan de rugzak weer op de pijnlijke schouders te hijsen en verder te lopen. Gelukkig is deze vrouw wel blij met ons bezoek! Ze heeft een stuk of 3 kamers en we ploffen neer op bed. Een douche heeft ze niet, maar een kraan en een grote teil op de grond volstaan. Ze zegt: 'food?' en lijkt heel blij met onze respons: 'dal bhat?' en knikt hevig. We rusten uit en 1,5 uur later klopt ze op onze kamerdeur. We mogen aanschuiven in de keuken, een soort schuur met aan de ene kant een vuur in de grond waar ze kookt en aan de andere kant een tafel en een bankje.

Elektriciteit is er niet, maar het warme eten smaakt des te beter. We zijn hongerig en eten snel. Het Tsjechische stel eet alleen wat rijst en laat de rest staan wat verwonderde blikken oplevert van de kinderen en oude mannen die er ook zitten. Pas als wij klaar zijn met eten beginnen zij aan hun portie met als enige verschil dat wij het met een lepel eten en zij met hun rechterhand. We bedanken voor het eten en spreken af dat we om 7.00 uur ontbijten. We poetsen onze tanden en nestelen ons in onze heerlijke donzen slaapzakken. Binnen een minuut vallen we in een diepe slaap.

Khasrubas - Kinja
Het alarm van mijn horloge gaat om 6.00 uur en we schuiven tijdig aan voor het ontbijt: Tibetaans brood (een soort groot pitabrood, maar dan niet zo luchtig) en een omelet. We pakken de tassen in, betalen de vrouw en gaan op weg. We nemen afscheid van onze Tsjechische vrienden die we vast nog wel zullen zien onderweg. Onze eerste bestemming is Deurali, dat we bereiken na een uur of 2 klimmen. We drinken een pakje mangosap (de prijzen stijgen hard mee met de hoogte) en beginnen aan de afdaling naar Bhandar. De afdeling is steil en mijn tenen (had ik al gezegd dat mijn spiksplinternieuwe wandelschoenen wellicht toch een half maatje te klein zijn) voelen als ik net 90 minuten met te kleine voetbalschoenen heb gespeeld. De laatste keer dat dat gebeurde vielen mijn beide grote teennagels er na een paar dagen af, dus ik hoop dat het nu beter afloopt. Halverwege de afdaling voel ik me ineens onwel. Het probleem is dat je nooit precies weet hoe het komt. Verkeerd gegeten, het water niet goed gezuiverd, een zonnesteek of gewoon moe, het kan allemaal. In een slakkentempo lopen we verder en komen we pas 1,5 uur later in Bhandar aan. Na een bezoekje aan het toilet (als je geluk hebt tref je een hurktoilet en anders moet je het met een gat in de grond doen) en een kop soep voel ik me veel beter en wil graag verder lopen. De eigenaar van het restaurant zegt dat het slechts 2 uur lopen is naar Kinja en de weg voornamelijk naar beneden gaat. Locals die tijden voorspellen moet je altijd met een korrel zout nemen, want ze schatten alles korter in dan het is. We gaan weer op weg en halen zelfs een aantal sherpa's in. Oké, het was op redelijk vlak terrein en zij droegen ieder een kilo of 50 op hun rug, maar toch! We lopen in de inmiddels brandende zon hoog op de kliffen van de bergen.

We hebben prachtig uitzicht en komen langs huizen waar kleine kinderen soms een stukje met ons meelopen. Ze kennen allemaal wel wat woorden Engels, maar sommigen hebben al veel plezier om alleen maar heel vaak en heel hard 'namaste!!!' te roepen en dan heel hard te gaan lachen als je hetzelfde terug zegt. Gevraagd en ongevraagd worden we ook altijd de juiste kant opgestuurd. Iedereen vraagt: 'Where you go?' en knikt dan hevig ja als je de (onvermijdelijke) volgende plaatsnaam noemt. Op de vraag: 'Where you from?' volgen ook altijd bevestigende knikken. Holland and England, dat kennen ze wel. Op onze vraag waar zij vandaan komen antwoorden ze altijd heel serieus 'Nepal' en dan lachen wij op onze beurt.

Het is nog een behoorlijk eind lopen naar Kinja en de afdaling is steil. Door de zandweggetjes met losse stenen kun je gemakkelijk uitglijden en moet je altijd op je hoede zijn. Uiteindelijk zien we dan de 2 lange hangbruggen over de rivieren Likhu Khola en Kinja Khola. Dave heeft hoogtevrees en vindt de bruggen maar niks. Vanaf de tweede brug lopen we zo het dorpje in. Eerst even onze gegevens noteren in een logboek. Dit hebben we inmiddels meerdere malen gedaan en er wordt dus redelijk goed bijgehouden waar welke toeristen zich bevinden. Als we het dorp inlopen zien we dat er midden op straat een geit wordt geslacht. We lopen maar snel verder en nemen een kamer in The Sherpa Guesthouse.

De kamer kost maar 50 roepies (€ 0,50). Deze lage prijs is waarschijnlijk om de gasten te winnen van de concurrentie. Ze verdienen immers het meeste aan het eten en drinken dat je bestelt in de lodge. We nemen een net niet steenkoude douche en wassen wat ondergoed. We zijn wederom de enige gasten in de lodge. Als we diep verscholen in onze slaapzakken (zodra de zon ondergaat wordt het echt koud) een boek lezen horen we echter nog andere toeristen arriveren. De houten muurtjes in de lodges zijn zo dun dat je ieder gesprek van elkaar kunt verstaan. Fingers crossed dus dat we niet al te vaak een snurkende buurman treffen. We schuiven aan voor onze dagelijks portie dal bhat en praten met wat porters en locals. Zij eten ook dal bhat, maar hebben ieder ook een kommetje met wat vlees. Ze staan erop dat wij het ook proeven en het smaakt best lekker. Later blijkt dat dit de geit was die we eerder vandaag zagen! De lodge eigenaar vertelt dat zo nu en dan een van de families in de omgeving een geit slacht omdat ze geld nodig hebben. Iedereen in het dorp koopt dan een gedeelte van het vlees. Een geit weegt gemiddeld 25 kilo en het vlees verkopen ze voor 375 roepies (€ 3,75) per kilo. Ik vraag welke dieren ze nog meer slachten, maar het zijn alleen kippen en geiten. Voor het slachten van een koe ga je 25 jaar de gevangenis in, dat is een serieuze zaak. Alleen als de koe van een klif afvalt of iets dergelijks mogen ze hem opeten. Het Duitse stel dat in het donker aan kwam is inmiddels ook aangeschoven. Een gids had ze verteld dat ze de eerste dag gemakkelijk tot Junbesi konden lopen, maar dat bleek een verkeerde inschatting.

Kinja - Dagchu
We voelen ons enorm stijf. Dave heeft last van zijn knie en onze verbrande nekken en oren doen pijn. We hebben de eerste dagen veel te laat en veel te weinig zonnebrand gesmeerd en nu moeten we letterlijk op de blaren zitten. We slepen ons uit bed voor een pannenkoek en een gekookt ei (volgens Dave moeten we wat proteïnen eten voor spierherstel), pakken onze tassen in en gaan op weg. Het is erg warm, maar Dave besluit om toch de hele dag zijn trui aan te houden om niet nog meer te verbranden (tja, het blijft een Engelsman

Laughing
). Ik vind het veel te warm met mijn trui aan en bind een sjaal om mijn nek. Vandaag zullen we helaas alleen maar omhoog moeten lopen. Zwijgzaam stappen we de steile berg op. Af en toe lopen we langs een aantal huizen, af en toe moeten we opzij springen voor koeien of geiten die naar beneden rennen en af en toe zien we wat sherpa's, maar verder is het vooral stil.

Na 3,5 uur klimmen komen we aan in Sete waar we wat te eten bestellen. We maken zelf soep met gekookt water dat we bestellen, ik neem nog 2 gekookte eieren en Dave bestelt een vegetable fried rice. We hebben zicht op de keuken en de moeder des huizes stuurt meteen haar dochters op pad voor de ingrediënten. De eieren worden uit de schuur gehaald en de groenten worden vers geplukt. Wij worden inmiddels vermaakt door de jongste telg van de familie die 2 kittens komt laten zien. Hij trekt ze aan hun poten en gooit ze alle kanten op en onze poging tot hem te leren lief te zijn voor de kittens is waarschijnlijk tevergeefse moeite.

We besluiten om nog wat verder te lopen vandaag, naar Dagchu. We doen langzaam aan en maken ook wat foto's. Omdat het trekken zo vermoeiend is en we voor het maken van foto's de rugzak af moeten doen maken we er veel te weinig. Er is hier overigens geen mogelijkheid om elektronische apparaten op te laten, dus we doen zuinig met onze camerabatterijen, de e-reader en mijn telefoon. Ik zet mijn iPhone alleen 's avonds even aan om vanaf mijn Nepalese sim een smsje naar huis te sturen dat we nog leven :-). Vlak voor aankomst in Dagchu horen we trekkers achter ons. Het is een ander Duits stel met een porter. Ze zeggen dat ze te weinig geld bij zich hebben, omdat ze dachten dat er hier wel pinautomaten zouden zijn. Nu proberen ze zo snel mogelijk in Namche Bazaar te komen en moeten dus een vermoeiend tempo aanhouden. Ze eten 's avonds alleen droge rijst...aaaaah.
We lopen wat verder het dorp in en stuiten op het Duitse stel van gisteren. We nemen een kamer in dezelfde lodge. De matrassen lijken steeds dunner te worden en we slapen zowat op houten planken. Er is geen douche en zelfs geen kraan, maar we krijgen een grote teil warm water om ons te wassen en dat is heerlijk na zo'n lange dag. We kruipen in onze slaapzakken om wat uit te rusten en om 18.00 uur hebben we moeite om eruit te komen voor het avondeten. We eten onze dal bhat met 2 gidsen die verhalen vertellen over de expedities die ze hebben gedaan. Terwijl we eten ligt er een kindje in de hoek te slapen onder een deken en begint er een baby'tje te huilen. De moeder bindt vervolgens de rieten wieg waar de baby in ligt op haar rug (ze draagt het gewicht met haar hoofd) en begint door de kamer te lopen. Ze binden kleine kinderen hier altijd op hun rug, maar ik denk dat dit baby'tje nog te klein is en dat ze het daarom in een wiegje op hun rug binden. Dan is het alweer bedtijd (20.30 uur). Nog even tanden poetsen met ons zelfgezuiverde water dat naar chloor smaakt. Als je geen zuiveringstabletten bij je hebt kun je flink je portemonnee open trekken, want flessen water kosten hier een vermogen. Al het eten en drinken dat niet lokaal geproduceerd kan worden moet vanuit Jiri omhoog gedragen worden. Dave leest nog wat op de e-reader en ik schrijf de belevenissen van de dag op, beiden met onze (hoofd)zaklampen, want elektriciteit is er niet.

Dagchu - Junbesi
Wat een verschrikkelijke nacht! De bedden waren zo hard dat je niet wist hoe je moest liggen, de porter in de kamer naast ons snurkte en om 4.00 uur in de morgen vertok er een andere groep porters met een hoop kabaal. De wekker gaat om 6.30 uur, maar dan zijn we al wakker. Vandaag staat de eerste bergpas op het programma, namelijk de Lamjura Bhanjyang op 3530 meter. We bereiken de pas na 2,5 uur klimmen in een nat en mosachtig bos. Het weer is vandaag niet zo best en het is best koud op de pas. Gelukkig hebben we warme kleren bij ons. Midden op de pas staat op het hoogte punt een verwaarloosde stoepa met gebedsvlaggen. Aan het einde van de pas stuiten we weer op het Duitse stel en eten wat soep. De vliegtuigjes en helikopters van Kathmandu naar Lukla vliegen rakelings boven ons langs. Je hoort ze alleen bijna niet aankomen en we zijn steeds te laat met het maken van een foto. Na de lunch beginnen we aan de lange afdaling naar Junbesi. We lopen over nat en modderig terrein met veel kleine steentjes. Als we even pauzeren en een sinaasappel delen begint het te regenen, maar het zet gelukkig niet echt door. Het is een lange afdaling en we zien onderweg niet veel andere mensen of huizen. Soms loopt er wel een heel stuk een hond met ons mee. Het lijkt af en toe wel of ze ons de weg willen wijzen. Eindelijk komt dan Junbesi in zicht: een klein dorp aan de oevers van de Junbesi Khola. De huizen en lodges zien er een stuk beter uit dan wat we de afgelopen dagen gezien hebben. We nemen een kijkje in de Apple Garden Guesthouse en het ziet er prima uit, dus hier blijven we slapen.

De kamer kost maar 100 roepies (€ 1,-) per dag en we besluiten om hier morgen een rustdag te houden. We hebben alle tijd en om goed in conditie te blijven (of komen?) is het goed om af en toe te rusten. Bovendien heeft onze kleding dringend een wasbeurt nodig. We hebben zelfs elektriciteit in de kamer en kunnen dus de nodige apparaten opladen. Een beetje jammer is alleen dat we geen bereik hebben, zelfs niet met mijn Nepalese sim, maar geen bericht is goed bericht hebben we afgesproken met het thuisfront. In de eetkamer ontmoeten we meer trekkers dan we tot nu toe gezien hebben en wisselen ervaringen en tips uit.

Junbesi
We kunnen vandaag uitslapen, maar zijn al vroeg wakker. De dagen beginnen hier gewoon veel vroeger en eindigen ook vroeger en dat heeft alles te maken met de zon. Bij het wakker worden heb ik meteen ontzettende jeuk aan de achterkant van mijn benen. Ik voel allemaal bulten en vraag Dave om te kijken. Zijn reactie: 'oh shit' maakt het er niet veel beter op. Hoogstwaarschijnlijk zijn er gisteren tijdens onze toch al fantastische nacht in Dagchu een aantal bedbugs in mijn slaapzak gesprongen. We keren alles binnenstebuiten en vinden één springend minuscuul beestje. Hopelijk heeft hij alle schade in zijn eentje aangericht en blijft het hierbij. We ontbijten, wassen onze kleren en hangen ze op in de zon en gaan op pad voor een bezoek aan een groot Tibetaans klooster op circa 1,5 uur lopen. Nick, een Amerikaan die we gisteravond hebben leren kennen, gaat ook mee. Het is een flinke klim en we nemen ook nog een verkeerde route, maar het klooster is erg indrukwekkend. In het complex leven zo'n 350 nonnen en 150 monniken. Als we aankomen is er helaas net een ceremonie afgelopen. We blijven een poosje rondkijken en iedereen is erg vriendelijk. We kijken hoe de nonnen zakken vol gierst schoon wassen.

De wandeling terug gaat een stuk vlotter en we gaan langs de winkeltjes in het dorp om wat Snickers, noodles en wc papier in te slaan.
's Avonds is het druk in de eetzaal. We hebben een gezellige avond met o.a. een Belg die over een paar jaar de wereld rond gaat zeilen, twee Israëlische jongens, 3 mannen op leeftijd uit Canada en Australië en Nick.

Junbesi - Nunthala
We staan om 6.00 uur op en zijn voor 7.00 uur op pad. We lopen het eerste steile gedeelte zwijgzaam omhoog. Na een uur zijn we boven en genieten op een muurtje van de zon. De rest van de ochtend lopen we over de rand van de berg. Het uitzicht is fantastisch, de temperatuur prima en we hoeven niet veel te stijgen of te dalen...heerlijk! In een gehucht onderweg kopen we 400 gram yak kaas en crackers. Het wordt op de ouderwetse manier afgewogen.

Op dezelfde plek zien we onze eerste glimp van Mount Everest. Er zijn veel wolken, maar af en toe zijn de besneeuwde toppen even te zien. Het kaasmannetje laat ons een foto zien van het uitzicht zonder wolken op een foto en leert ons de namen van de pieken. We lopen verder en soms lijkt het of we rechtstreeks op een Milka verpakking zijn beland. Lunchen doen we in het dorpje Ringmo, waar we ook wat appels kopen. Ze zijn klein en zien er niet al te best uit, maar we schillen ze en het smaakt prima. Terwijl we lunchen zien we hele kuddes bepakte ezels voorbij komen. Deze hebben we tot nu toe nauwelijks gezien. De jongens die de ezels bij elkaar houden roepen en fluiten constant en sommigen slaan de ezels met een zweep of stok. We zien ook een Duitse familie voorbij komen met 3 kinderen tussen de 12 en 17 jaar. Toch even wat anders dan 2 weken naar de Costa del Sol! We gaan weer op pad en beginnen aan een behoorlijke klim over ongelijke stenen. Er is een extra uitdaging bijgekomen, namelijk het ontwijken van de ezelpoep en de ezels zelf. Ze zijn redelijk onvoorspelbaar en kunnen je zo van het pad afstoten met de bepakking die aan beide kanten hangt. We vinden het maar niks en proberen zoveel mogelijk voor ze uit te blijven, wat ook goed is voor ons tempo.

Eenmaal op de top lopen we door een Boeddhistische poort met gebedsmolens en kunnen in de verte onze bestemming voor vandaag, Nunthala, al zien liggen. De afdaling valt enorm tegen. We moeten steil omlaag over grote stenen die bedolven zijn onder modder en poep van de ezels. Het is ontzettend glibberig en je moet je bij iedere stap concentreren. Na een half uur stuiten we op een kudde van circa 30 ezels. Ze gaan net iets langzamer dan dat wij lopen, dus we besluiten ze (met gevaar voor eigen leven) in te halen. Het doet me denken aan een trainingsoefening op de voetbal waar je al slalommend in een sprint je teamgenoten in moet halen terwijl zij vooruit joggen. Er komen alleen in dit geval iets meer hindernissen bij kijken

Wink
. Na een half uur stuiten we weer op een groep ezels en herhalen we ons kunstje. Uitrusten is er alleen niet bij, want iedere keer als we even stoppen en omkijken zien we de ezels er weer aankomen en roep ik: 'Dave.....run!'. Mijn tenen doen pijn en ik heb een enorme blaar op mijn linkerhiel, maar we moeten door. We komen redelijk doodop aan in Nunthala. We moeten ons registeren bij een checkpoint en gaan op zoek naar de Moonlight Lodge, aanbevolen door Nick. We nemen allebei een warme douche voor 150 roepies (€ 1,50). De eigenaresse van de lodge heeft in de tuin een houten hokje gemaakt met een soort douchekop waarvan de slang naar de keuken gaat. Ze kookt een enorme pan water, mengt dit met wat koud water en giet dit in de pijp. Heerlijk zo'n douche na een dag in de modder gebanjerd te hebben! Behalve mijn pijnlijke voeten en een vervelde nek heb ik nergens last van. Ik voel mijn benen iedere dag sterker worden en heb steeds minder moeite met het gewicht van mijn rugzak. Dave heeft een pijnlijke knie, maar is verder ook topfit. We eten ‘s avonds de beste dal bhat tot nu toe en zitten in de keuken waar het heerlijk warm is.

Nunthala - Bupsa
Wat een dag! We vertrekken rond 7.15 uur uit Nunthala en beginnen met een flinke afdaling. Het terrein is net zo modderig en glibberig als gistermiddag en binnen 10 minuten stuiten we op de eerste groep ezels. Het is onmogelijk om ze voorbij te komen (het pad is te smal) en we blijven er dus wat ongeduldig achter lopen. De grond ligt vol met ezelpoep en het brengt ook de nodige vliegen met zich mee. Mijn tenen voelen gekneusd en iedere stap is er eentje teveel vandaag.


Eindelijk arriveren we bij de lange hangbrug over de Dudh Kosi, letterlijk vertaald de melkrivier (vanwege zijn melkachtige kleur). We beginnen te klimmen en het is behoorlijk pittig in de brandende zon. Mijn benen zijn moe en willen vandaag niet vooruit. Dave is er beter aan toe en moet vaak op me wachten. Rond 12.00 uur komen we aan in Khari Khola, een groot Hindoeïstisch dorp. De vrouwen zien er zichtbaar anders uit met hun gouden oor- en neusringen. We eten wat koekjes en appels en vervolgen dan onze route. We komen weer uit bij een brug en beginnen daarna aan misschien wel de steilste klim tot nu toe. Beeld je in dat je voor een enorme berg staat en het dorp waar je naar toe wilt er pal bovenop ligt. Het lijkt bijna onmogelijk om er te komen, maar toch is er een steil kronkelpad omhoog. Iedere bocht moeten we even zitten om uit te rusten.

De zon brandt op onze toch al verbrande nekken. Kletsnat van het zweet bereiken we de top en strompelen naar binnen bij het eerste guesthouse. Dave bekijkt de kamer en seint dat het prima is. Nadat we ons gewassen hebben bestellen we en groot bord gebakken aardappels met yak kaas erover. De rest van de middag rusten we uit op bed en genieten van de dikte van onze matrassen, die hier aanzienlijk beter is dan in de andere lodges. Ik heb inmiddels geleerd om op mijn rug te slapen, want op je zij word je constant wakker omdat het pijn doet aan je botten. Om Hollandse tijd schuiven we aan voor onze dal bhat en het smaakt voortreffelijk. Dave is verbaasd over de porties die ik hier naar binnen werk, maar je hebt hier gewoon echt honger. De combinatie van ± 7 uur per dag lopen en het weinige (en vegetarische) eten maakt dat je maag om 16.00 uur echt al gaat rammelen. Omdat er weinig voorhanden is kun je ook niet gemakkelijk snacken. Dus wil je afvallen, boek dan een enkeltje naar de Himalaya. Mijn broek begint overigens echt al af te zakken, maar ik heb nog wel wat extra gaatjes in mijn riem. Het guesthouse is schoner en beter onderhouden dan de meeste. We praten met de eigenaar en hij vertelt trots dat zijn oudste zoon in Newcastle voor Mechanical Engineer studeert. Zijn andere zoon en 2 dochters studeren in Kathmandu. Het is erg duur, maar het zal zich dubbel en dwars terugbetalen meent hij. We poetsen onze tanden en kruipen in onze slaapzakken. Ik heb vanmiddag mijn boek uitgelezen en moet dus helaas wachten tot Dave zijn boek op de e-reader uit heeft en we kunnen ruilen.

Bupsa - Surkhe
Na een chapati met een omelet gaan we op pad. Na een uur of 2 klimmen bereiken we de bergpas bij Khari La. Na de pas dalen we af in een bos en moeten we uitkijken om niet over de enorme wortels van de bomen te struikelen. Tijdens een volgende klim komen we een meisje tegen en vragen haar waar ze de dag gestart is. Ze vertelt dat ze om 7.00 uur uit Surkhe vertrokken is en we schrikken, want we dachten dat we nog maar 2 uur van Surkhe verwijderd waren. Ze zegt: 'You'll understand when you see my father' en we zeggen haar gedag. Even later zien we een man van een jaar of 55 die ondersteund wordt door een Nepalese gids. Hij vraagt ons meteen enthousiast welke trek we doen. Hij blijkt zelf op weg te zijn naar Mera Peak, de hoogste berg die je hier als toerist kunt beklimmen. Dave wilde Mera Peak ook graag beklimmen, maar de permits en het benodigde materiaal kosten een vermogen. We krijgen sterk de indruk dat het misschien de laatste wens is van deze Amerikaan. We wensen hem succes. Even later hebben we op een bergtop eindelijk weer eens bereik en bellen naar huis. Er zit een vertraging van zeker 4 seconden in de lijn, maar de boodschap dat alles hier goed gaat en thuis (papa is geopereerd aan zijn schouder en alles is gelukkig goed gegaan) ook. Vanaf de volgende bergtop kunnen we de landing van de vliegtuigjes in Lukla zien. Het lijkt werkelijk alsof ze recht tegen de berg aanvliegen, maar landen dan toch op een van 's werelds kortste runways in de wereld. Eng!


We beginnen aan de steile afdaling richting Surkhe. Ergens halverwege blijf ik met mijn rechtervoet achter een steen haken en ja hoor, ik lig op m'n snufferd. Ik heb me opgevangen met mijn rechterpols, maar die is gelukkig alleen wat stijfjes. Mijn handen en kleding zitten onder het zand en meer schade is er gelukkig niet. Dave's eerste opmerking was uiteraard dat ik van geluk mocht spreken dat ik niet met mijn hoofd in een ezeldrol lag. In Surkhe nemen we een kamer in de Everest Trail Lodge en vermaken ons de rest van de middag en avond met vier trekkers uit Nieuw-Zeeland. Na onze portie dal bhat spelen we een hilarisch spel (je had erbij moeten zijn....).

Surkhe - Monjo
We ontbijten met een Snickers, want de lodge is nogal langzaam met het bereiden van eten en we willen op pad. We lopen onder Lukla door en de Twinotters razen boven ons langs. Na een uur of 2 en diverse hangbruggen later komen we aan in Cheplung. Het stikt hier van de stenen met Boeddhistische opschriften, gebedsmolens en stoepa's. Ook zijn er veel lodges en winkeltjes en alles ziet er goed onderhouden uit.

Als we ineens een groep toeristen zien beseffen we ons dat we samen zijn gegaan met het pad vanuit Lukla. Deze mensen zijn vanochtend of gisteren aangekomen per vliegtuig en hebben vandaag hun eerste loopdag. We zien ook aardig wat mensen die richting Lukla lopen en de trek er dus al op hebben zitten. We moeten even wennen aan de hoeveelheid toeristen en het feit dat we de berg niet meer voor ‘onszelf' hebben. Het pad is vandaag niet zo zwaar, het gaat een beetje op en neer. De meeste mensen die uit Lukla komen stoppen in Phakding, maar daar zijn we al om 12.00 uur, dus we lopen verder naar Monjo. Dave heeft nog steeds last van zijn knie en we rusten wat vaker dan normaal. Hopelijk trekt de pijn weg tijdens onze rustdagen in Namche. We nemen een kamer in het grote, maar volgens de reisgids gemoedelijke Monjo Guesthouse. We zijn de eerste gasten van de dag en krijgen de mooiste kamer. Vlak na ons arriveren er nog een aantal mensen. We bestellen een liter heet water en maken daarmee thee en soep en smullen van een bord met gebakken aardappels met groenten en kaas erdoor. Dave doet een middagdutje en ik blader wat door de route voor de komende 2,5 week. We hebben nog een heel eind te gaan! We hebben vandaag trouwens ook voor het eerst yaks gezien die spullen omhoog sjouwen. Zij kunnen behoorlijk wat meer dragen dan de ezels en kunnen dat ook in koudere temperaturen. Ze lopen in minder grote groepen, maar het is toch griezelig om ze te passeren omdat ze zo massaal zijn en grote hoorns hebben. Je kunt maar beter zorgen dat je goed aan de kant gaat.
's Avonds krijgen we voor het eerst geen refills van onze dal bhat. We hopen niet dat dit een voorteken is voor de rest van de trek. We zijn verwend nadat er zo goed voor ons gezorgd is door alle lieve mensen in de bergen tussen Jiri en Lukla. Hier zijn we weer gewoon één van de vele toeristen. We zullen zien...

Monjo - Namche
Met een Snickers als ontbijt gaan we om 7.00 uur op pad naar Namche. Volgens de reisgids is het een martelende steile weg en dat klopt. Vlak na vertrek uit Monjo is de officiële entree van het Sagarmatha National Park en hier moeten we onze TIMS-kaarten laten zien en een permit kopen voor 3.000 roepies (€ 30,-) per stuk.

De prijs voor de permit is per 1 januari verhoogd van 1.000 roepies naar 3.000 roepies. We moeten tijdens de klim over 3 hangbruggen, waarvan er één echt duizelingwekkend hoog is. Na 1,5 uur lopen komen we steeds meer mensen tegen die op de terugweg zijn. We zitten ook nog een poosje vast achter een stuk of 10 yaks met zware bagage. Ik heb gelezen dat dit langharige rund meer dan 100 kilo kan dragen. Na 3,5 uur bikkelen is het dan zo ver. Namche Bazaar, here we are! We lopen meteen tegen de zaterdagmarkt aan die in volle gang is.

We besluiten om wat inkopen te doen voor de komende weken, want we hebben gelezen dat de markt de gunstigste prijzen heeft voor o.a. koekjes, chocolade etc. We vergelijken de prijzen en kopen dan vervolgens een hoop chocoladerepen, koekjes, soep en tonijn. Zolang we het redelijkerwijs kunnen dragen is het de moeite waard om flink in te slaan gezien de prijzen hoger op de berg verdubbelen en soms zelfs verdriedubbelen. Met ons nieuwe proviand gaan we op zoek naar een slaapplek. De prijzen zijn hier in Namche voor iedere lodge gelijk (200 roepies, € 2,-), dus het is een kwestie van het bekijken van de menukaart en de kamer. We kiezen voor de Tashi Delek lodge. De rest van de middag doen we niet veel behalve wassen. We hebben vanuit onze kamer prachtig uitzicht op de bergen.

Namche ligt in een kom van bergen waardoor het beschut wordt tegen koude winden. Er zijn veel winkels en lodges en zelfs een aantal internetcafés. Morgen maar eens kijken of er nog iets belangrijks in mijn mailbox zit. Rond 15.00 uur komen dichte wolken het mooie uitzicht verpesten. Zodra de zon weg is, is het ook meteen ijskoud. We kruipen tot etenstijd in onze slaapzakken.
De dal bhat smaakt heerlijk en het tweede bord ook. De lodge wordt gerund door een jong echtpaar. Ze zijn heel gastvriendelijk. Er is een Japans stel in de lodge, 4 trekkers uit Hongarije en een man uit Libanon. De laatste 5 hebben een gids en een aantal porters. Ze laten ons hun schema zien voor de trekking en die is flink krap. De meeste mensen hier hebben heel weinig tijd en moeten dus wel in een rap tempo omhoog. Ik ben blij dat wij wat rustiger aan kunnen doen. Eerst maar eens genieten van de 2 rustdagen hier in Namche!

Reacties

Reacties

Bernard

Roos & Dave
Jullie zijn goed bezig! Geweldige en boeiende ervaringen. Een genot om te mogen lezen. Kan niet wachten op jullie volgende verhaal. Waanzinnig!
Good luck

Kees

Mooi verhaal weer Roos, deze ervaringen nemen ze je in ieder geval nooit meer af.

Nienke

Zooo wat een lang verhaal... echt heel leuk om te lezen! (dacht neem even een korte pauze en dan lees ik jullie verhaal...is wat langer geworden)

Anneke

Het is vaak vreselijk afzien, maar wat is het de moeite waard! Ik denk dat jullie twee e readers hadden moeten meenemen! Goed idee voor een kerstcadeau??
X

Rianne

Leuk, leuk, leuk!! Wij genieten met jullie mee!

Oma en Opa

Hoi Roos en dave , we hebben weer genoten van dit verhaal.

Irma

Wat een heerlijk lang verhaal! Succes met de rest van de tocht!

Miriam Zoet

Weer zo'n leuk en boeiend reisverslag. Succes met het vervolg van de trekking!!!
xx

margot

boeiend beschreven allemaal en wat een hoop ervaringen weer opgedaan!

IrmavdM

Hallo Roos en Dave volg jullie nog steeds op jullie reis. En wat een geweldige ervaringen doen jullie op. Zoals je het schrijft, kan ik het bijna voor me zien. De foto's helpen daar natuurlijk aan mee :-). Groetjes vanuit Rotterdam, waar de herfst goed bezig is!

Angelique

Wat een boeiende belevenissen; het voelt alsof ik het meebeleef! En dat vanuit mijn luie stoel.....!

Ilhame

Leuk verhaal weer. En wat een prachtige omgeving!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!